Amper 2 maanden terug uit Kaapstad, nog 6 maanden voor hij klaar is met zijn opleiding, begint het hem te kriebelen. Hij moet op zoek naar een baan voor na zijn opleiding. Hij is druk in de weer met regelen en besprekingen en 6 juni 2007 is het zover: Een lunch bij de beste Japanner in Den Haag lijkt hem de beste methode om me over te halen..... Ik ben voorbereid en heb een notitieblok meegenomen. Hij begint zijn verhaal.
Over hoe hij klaar is over 6 maanden en hoe slecht het er voor staat m.b.t. banen voor jonge klaren (nieuwbakken chirurgen), waar eventueel werk te vinden is op gebied van trauma en wat werken in een andere regio betekent qua chirugische ingrepen. Dat hij reageert op alle mogelijke vacatures (Drachten, Bronovo) maar hoezeer zijn hart uitgaat naar trauma en de regio waar we nu zitten. Dat hij contact heeft met defensie en dat zij samenwerkingsverbanden hebben met diverse ziekenhuizen waarbij chirurgen, radiologen, anesthesiologen, operatieassistenten, verpleegkundigen etc. een contract hebben met het desbetreffende ziekenhuis maar eens in de 18 maanden voor 3 maanden uitgezonden worden voor defensie. Een dergelijke constructie betekent voor hem: werken in het Erasmus (veel trauma), werken als baas, ervaring opdoen in trauma uit oorlogsgebied, de geruststelling dat wij blijven wonen in Den Haag waar onze kinderen zo gelukkig zijn met de school, de vrienden en rugby, waar we een levendig sociaal leven hebben opgebouwd. Het alternatief is een chivoplek in Winterswijk. Dat betekent twee jaar apart wonen, hij daar, wij in Den Haag, een hoop gedoe.
De kaarten liggen op tafel. De lunch was heerlijk en nu moet het grote denkwerk gaan beginnen. We nemen er de tijd voor en praten er dagelijks over. We hebben gesprekken met mensen die zijn uitgezonden en met echtgenotes die kinderen baarden terwijl manlief snijdt voor vrouw en vaderland.
En we praten er nog maar weer eens over. Ik was volstrekt negatief over deze contructie (had ik al verteld over mijn aversie over alles wat met de landmacht te maken heeft??) maar helaas is dit echt wat Oscar wil. En na zijn verhaal in Shirasagi's begrijp ik hem wel. Allengs begin ik aan het idee te wennen en raakt hij steeds meer overtuigd dat het goed is en nemen we het besluit dat hij voor 3 jaar zal tekenen bij defensie. Dus twee uitzendtermijnen.
Dus we blijven in Den Haag, in ons huis. Onze kinderen blijven op hun school, bij hun vrienden, bij hun club. Het lijkt alleen maar goed, maar het voelt nog niet goed. Ik voel me als Faust, die zijn ziel verkoopt aan de duivel. Nu zien we alleen de voordelen, maar wat zijn de nadelen? We hebben ze uitvoerig meegenomen in onze gesprekken. Het probleem is dat de nadelen geen feiten zijn, maar waarschijnlijkheden, vragen. Hoe ervaart Oscar zijn uitzending? Wat doet dat mentaal met hem? Hoe onveilig is het daar voor hem? Wat als hij gewond terug komt? Wat als hij niet meer terug komt? Hoe gaan de kinderen er mee om? Hoe overleef ik 12 weken zonder dat ik de kinderen achter het behang plak? Wat doet dit met ons, Oscar en mij? enz, enz. Bij elk worst case scenario weegt het voordeel niet op tegen het nadeel. Maar de voordelen zijn zeker en de nadelen onwaarschijnlijk, dus bespreken we alle negatieven en eventuele oplossingen daartegen.
En dan is het 1 februari 2008, zijn eerste dag als chirurg. We vieren het uitbundig. Hij in Zwitserland, ik in Indonesie. En dan is het 10 maart: Aantreden, ingerukt, mars...